Invulling van de gemeentelijke coördinerende rol: mag de gemeente een partij kiezen als meerdere partijen zich aangeboden hebben voor aanleg van een glasvezelnetwerk?
Steeds vaker zijn er meerdere partijen die tegelijk een glasvezelnetwerk in een bepaald gebied willen aanleggen. Met het oog op behandeling van gelijke gevallen zal een gemeente het liefst kiezen voor een gezamenlijke aanleg van glasvezelnetwerken als meerdere partijen zich melden. Concurrent aanbieders gaan vrijwel altijd stellen dat een gezamenlijke aanleg niet mogelijk is. Dit betekent dat er praktisch meestal achter elkaar aan aangelegd zal worden. Wat betekent een voldoende invulling van de coördinatie plicht van de gemeente in zo’n geval?
In deze uitspraak van de voorlopige voorzieningenrechter wordt het college in het gelijkgesteld wat betreft de keuze om voor één aanbieder te kiezen en niet voor een gezamenlijke aanleg.
Er speelt een aantal zaken in deze kwestie:
- De bezwaren van netbeheerder 2 én het college met betrekking tot de gezamenlijke aanleg als deze tegelijkertijd zouden uitgevoerd worden
- Het doorslaggevend belang
Netbeheerder 2 en het college hebben (in deze uitspraak) beiden bezwaren tegen een gezamenlijke aanleg van glasvezel. Het College had in deze uitspraak een duidelijke voorkeur voor netbeheerder 2. Dit mag niet volgens de voorzieningenrechter, het college is hiervoor ook op haar vingers getikt. Er zijn in deze uitspraak andere omstandigheden die wél leiden tot het eerder laten starten van een van de partijen.
Bezwaren
Het college heeft haar coördinerende rol opgepakt door te proberen beide netbeheerders met elkaar te laten samenwerken om het publieke belang onder de aandacht te brengen. Het college wilde in eerste instantie een gezamenlijke aanleg, mits de capaciteit van, de door hen aangestelde, toezichthouder dit zou aankunnen. Daarnaast stelde het college zich op het standpunt dat als beide netbeheerders tegelijk zouden beginnen met de aanleg van een glasvezelnetwerk, de omstandigheden in het gebied onevenredig veel overlast zou gaan geven voor de inwoners en de omgeving. Deze poging tot gezamenlijke samenwerking heeft niet geleid tot een gezamenlijke aanleg. De voorzieningenrechter oordeelt dat het college voldoende invulling heeft gegeven aan haar coördinerende rol en dat zij het college niet kan opleggen om deze capaciteit uit te breiden of op te opschalen omdat één van de twee netbeheerders graag een gezamenlijke aanleg wil aangaan, waarbij de vraag blijft of het niet tot te veel overlast leidt als beide netbeheerders tegelijkertijd beginnen te graven.
Doorslaggevend belang
Naast voorgaande bezwaren gaf het college aan dat zij al geruime tijd (meer dan 2 jaar) in gesprek was met netbeheerder 2 voor de glasvezelaanleg en deze partij eerder een (volledig) instemmingsbesluit heeft ingediend. Netbeheerder 1 deed dit pas op het laatste moment toen zij vernam dat netbeheerder 2 dit had gedaan. Echter betrof dit een onvolledige aanvraag. De planning was nog niet volledig ingediend, de POP-locaties waren nog niet ingepland en de planning van de aannemer bood geen voorgestelde coördinaten van werkzaamheden. Dit laatste was het doorslaggevend belang voor het college. Aan de hand van voorgaande heeft het college het besluit genomen om netbeheerder 2 groen licht te geven om te starten met de graafwerkzaamheden.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek voorlopige voorziening dan ook af omdat het college voldoende invulling heeft gegeven aan haar coördinerende rol en daarmee heeft kunnen besluiten dat netbeheerder 2 voorrang kreeg op netbeheerder 1.
Het college had beide netbeheerders objectief gelijk moeten behandelen. Het college is dan ook vanuit een verkeerd uitgangspunt vertrokken maar door een administratieve fout (lees netbeheerder 1 had nog niet alles aangeleverd zodat het college niet kon instemmen met de aanvraag) kon het college één partij aanwijzen.
Let als college op met het objectief behandelen van meerdere netbeheerders als zij zich tegelijktijdig aanbieden. Ook al ben je al langer in gesprek met een van de partijen, dit geeft géén toestemming om één partij te kiezen.
Rechtbank Rotterdam 6 oktober 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:8320.
Annemarie Lemelder
annemarielemelder@gmail.com
06-40064859
Jarko van Bloois
Processpecialist ondergrondse infrastructuur
jvbloois@legal-infra.nl
06-46357823