Veelgestelde vragen

Er zijn eigenlijk twee vragen gesteld en wel de volgende :

  1. Kan ik een telecompartij op basis van de wet verzoeken om voor het realiseren van het plantvak zijn telecomkabel te laten verleggen?
  2. Moet een telecompartij voldoen aan elk verzoek van de gemeente?

Het makkelijkst is om met de laatste te beginnen. Ja, als je als gemeente een formeel verzoek indient tot het nemen van maatregelen, dan is de telecompartij verplicht om de werkzaamheden uit te voeren. Voor wie de kosten komen ligt aan het feit of je alle ‘vinkjes’ kunt zetten die behoren bij artikel 5.8 lid 1 op het moment dat je verzoekt en daarmee kom ik bij vraag 1 uit.

Even de regels op een rij:

Artikel 5.8 

  1. De aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk is verplicht op eigen kosten over te gaan tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels ten dienste van zijn netwerk, waaronder het verplaatsen van kabels, op verzoek van:
  1. degene op wie de gedoogplicht rust,
  2. degene die van de rechthebbende een huurrecht, of een recht van erfpacht of opstal, of een gebruiksrecht strekkende tot de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken heeft verkregen, voor zover deze maatregelen noodzakelijk zijn voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de in de onderdelen a en b genoemden
  • Uit jurisprudentie blijkt dat het alleen planten van een boom niet gezien kan worden als een “Uitvoering van een werk”. 
  • Maakt het planten van een boom bv. onderdeel uit van herstructurering of van de hoofdgroenstructuur van de gemeente dan kan het wel gezien worden als een “uitvoeren van een werk”.

De dikgedrukte woorden zijn cruciaal om van een telecompartij te mogen vragen dat hij de werkzaamheden op eigen kosten uitvoert. Het gaat hier om een plantvak voor een boom. De vraag die dan speelt is of het plaatsen van een boom valt onder het oprichten van een gebouw of het uitvoeren van een werk. Uit rechtspraak volgt dat alleen het plaatsen van een boom niet valt onder die criteria. Wanneer het plantvak onderdeel is van een reconstructie, waarbij bomen worden verplaatst of geplaatst, dan dient de reconstructie als geheel gezien te worden en dan is het wel het uitvoeren van werken.

Combineer je het bovenstaande dan kun je het volgende stellen. Ja, als je het verzoek formeel doet aan de telecompartij zal hij zijn kabel moeten aanpassen. Als het (ver)plaatsen van de boom onderdeel uitmaakt van een groter geheel dan moet de telecompartij dit op eigen kosten doen. Als het enkel de boom betreft dan komen de kosten voor de gemeente.

TenneT is de beheerder van het hoogspanningsnet, dus vergelijkbaar met Gasunie. TenneT is later ontstaan dan veel andere netbeheerders, waardoor zij geen overeenkomsten hebben met gemeenten. TenneT heeft juridisch precies dezelfde status als elke netbeheerder met een openbaar belang en is dus 'gewoon' en NUTS-beheerder.

Waar het spannend wordt, is de vraag waar je rekening mee dient te houden bij aanleg, beheer en mogelijk in de toekomst ook het verleggen van zo'n tracé. In de basis moet TenneT gewoon een vergunning aanvragen. Netten van TenneT zijn kostbaar en zij zijn gewend 'powerplay' te spelen richting grondeigenaren en beheerders. We zitten op dit moment met de situatie dat er een juridische kwestie wordt uitgevochten tussen netbeheerders en overheden, waarbij TenneT de voorloper is.

Spanningsveld: TenneT eist een zakelijk recht, om haar net goed te beschermen, ook bij verkoop aan derden (zakelijk recht, zoals opstalrecht, gaat mee bij verkoop). Een bestuursorgaan wil liever geen recht van opstal voor zo'n kabel. De reden hiervan ligt in de nadeelcompensatieregeling. Een zakelijk recht 'gaat boven' de nadeelcompensatiestaffel. Bij verlegging komen de kosten door zo'n zakelijk recht bij de verzoeker (gemeente in jouw geval) te liggen. Verleggen van hoogspanning tracés kost al snel een miljoen of meer.

Als je als gemeente weigert om een recht van opstal te vestigen, dan stapt TenneT naar de minister, om een gedoogplicht op te laten leggen (op grond van de Belemmeringenwet Privaatrecht). Het gaat de eerste lijn wat te buiten om hier alle ins and outs over te melden (en ik wil je niet in slaap typen), maar er is jurisprudentie en de situatie is zich steeds verder aan het ontwikkelen. Er lijken alternatieven te zijn om in het midden, of in ieder geval niet op het punt dat je in de toekomst een gigantische portemonnee moeten trekken, uit te komen.

Wat ons betreft moet hier tijdig over nagedacht worden en gekeken worden op welke manieren er onderhandeld kan worden met TenneT om te voorkomen dat je de volgende in de rij van gedoogplichtigen gaat worden. We willen de gemeente hier graag bij helpen. We hebben de ontwikkeling met belangstelling gevolgd en zien dat ook regionale beheerders langzamerhand op de gedoogplichtentoer gaan voor bijvoorbeeld transformatorstations.

Er zijn drie opties:

  1. Je laat het voor wat het is en ziet TenneT wel verschijnen. Weet dat ze om een zakelijk recht vragen en uiteindelijk - als je geen goed verhaal hebt - een gedoogplicht op kunnen laten leggen. Beide zijn gigantisch slecht voor je portemonnee.
  2. Je betrekt ons er vroegtijdig bij (gisteren), om vanuit de ervaringen en jurisprudentie alternatieven uit te werken die voorkomen dat je in de toekomst blut raakt. Uiteraard zijn wij niet goedkoop (het is een complex verhaal en er spelen zeer grote belangen), maar wij beloven dat we de miljoen niet zullen aantikken...
  3. We gaan proberen of we via het GPKL en/of andere gemeenten de uitdaging kunnen oppakken en zo de investering kunnen delen. Beter voor jullie portemonnee, maar onzeker en kan een tijdje duren voordat alle kikkers in de kruiwagen zitten.

De volledige vraag is als volgt. Er is een instemmingsaanvraag ontvangen van een telecompartij die in het lengteprofiel van een bestaand industrieterrein niet wil graven maar een groot aantal boringen achter elkaar wil toepassen.
Als gemeente zijn we niet blij met dit soort zaken omdat het de ordening in de ondergrond niet ten goede komt. We hanteren de NEN 7171.

Het is een tracé waar wel het een en ander aan uitdagingen in zit, je moet dan denken aan groenuitgifte, wat bomen, laadvoorzieningen van bedrijven. Het is echter wel zo dat het overgrote deel van het tracé gewoon gegraven kan worden.

Hoe, en op basis waarvan kunnen we tracés die redelijkerwijs gegraven kunnen worden ook gegraven krijgen? Of is dit een keuze van de aanvrager waar we als gemeente niet zo veel van kunnen vinden?

Dat is een interessante vraag! Er is ook geen pasklaar antwoord voor, maar we kunnen je wel het spanningsveld meegeven waarmee je naar een antwoord kunt toewerken.

In de vraag zit een standpunt: "Als gemeente zijn we niet blij met dit soort zaken omdat het de ordening in de ondergrond niet ten goede komt." Op dat punt zit hem de crux. Een aanbieder die volgens de NEN 7171 een tracé kiest, houdt rekening met andere kabels en leidingen (beïnvloeding) en kijkt naar omgevingsfactoren zoals bomen en andere obstakels.

De gemeente hanteert de NEN 7171 met het standaardprofiel. Daarin is de vaak voorkomende situatie bij nieuwbouw opgenomen, met meest gangbare diepteliggingen. Je ziet het al, het is geen wet van Meden en Perzen. Wat belangrijk is om te weten wat precies het belang van de gemeente is om zoveel mogelijk in open ontgraving te laten uitvoeren. Wat maakt dat een boring ‘erger’ is dan open ontgraving?

Het is best wel mogelijk om te sturen op dit soort kwesties. Het gaat er om dat je een – vooral technisch – gevoel hebt bij de zaken waar je op stuurt als gemeente en de belangen van de netbeheerder. Als je wat meer motiveert waarom je er last van hebt dan kunnen we wellicht meehelpen met het standpunt/besluit.

De vraag is dus nu eigenlijk; hoe, en op basis waarvan kunnen we tracés die redelijkerwijs gegraven kunnen worden ook gegraven krijgen? Of is dit een keuze van de aanvrager waar we als gemeente niet zo veel van kunnen vinden?

Bij de gemeente zijn een tweetal aanvragen binnen gekomen voor de aanleg van een glasvezelnetwerk op een middelgroot industrieterrein. De tekeningen zijn 1 op 1 op elkaar geprojecteerd en door de zelfde aannemer voorbereid. Met beide partijen is een gesprek geweest en het blijkt dat er geen afstemming geweest is en ze allebei zeker zijn van aanleg. We proeven heel sterk dat beide partijen eigenlijk niet willen samenwerken.De gemeente heeft aangegeven afstemming te willen hebben van de werkzaamheden en niet toe te staan dat het tracé 2 keer in korte tijd wordt gegraven. De gemeente beroept zich daarbij op artikel 5.12 van de Telecomwet en hoofdstuk 3.1 van hun AVOI. Beide teksten gaan over medegebruik.Wellicht kunnen wij als gemeente in beide instemmingsbesluiten extra voorwaarden verbinden aan wijze en tijdstip van uitvoering?

Onze reactie hierop is:
Het is inderdaad wat lastig om zonder extra handelingen over medegebruik te spreken. Er zijn verschillende aanvliegroutes en die zou ik ook gewoon met de betreffende aanbieders bespreken.

Jij bent als gemeente verantwoordelijk voor de coördinatie. Daarbij kun op verschillende gronden (openbare orde en veiligheid, voorkomen beperken van overlast, bereikbaarheid van gronden en ondergrondse ordening) voorschriften stellen aan de plaats, het tijdstip en de wijze van uitvoering, bevorderen van medegebruik en het afstemmen van de werkzaamheden met andere beheerders. Op basis van de wet kun je de uitvoering ook 12 maanden uitstellen, mocht dit nodig zijn.

Op basis van de rol die je hebt als gemeente kunnen wij ons in deze situatie in ieder geval de volgende vormen van coördinatie voorstellen:

  1. Gezamenlijke aanleg. Op grond van het voorkomen en beperken van overlast en ondergrondse ordening mag je van de aanbieders verwachten dat ze hun werkzaamheden afstemmen en op één moment uitvoeren. Je mag niet van ze eisen dat ze één aannemer inzetten, maar je kunt wel sturen op het tijdstip en de wijze van uitvoering. Laat ze een gezamenlijk plan indienen en stem de instemmingsbesluiten daarop af.
  2. Een partij legt aan en neemt voorzieningen mee voor de ander, die deze overneemt of daarvan tegen een redelijke vergoeding gebruik maakt. Dit werkt alleen als ze uiteindelijk wensen samen te werken. Dit kan gebeuren doordat ze zien dat de eerste optie eigenlijk van de zotte is en ze dan maar beter gezamenlijk kunnen gaan.
  3. Als ze totaal niet samen willen werken of willen afstemmen, dan kun je het eerste instemmingsbesluit verlenen en vragen of de eerste extra voorzieningen meeneemt, die je weer kunt aanwijzen voor gebruik bij de tweede partij. Je kunt die voorzieningen wellicht ook zelf meeleggen, maar je zult goed moeten vastleggen dat je dat doet om overlast te voorkomen en niet vanwege commerciële redenen.

Overigens is artikel 5.12 er niet meer. Die is opgegaan in een heel hoofdstuk, 5a van de wet, met het implementeren van de WIBON.

Hoe moet er worden gereageerd op de stellingen van NONed. HIeronder staan de vragen met per vraag onze reactie.

Noned stelt dat de gemeente een VTA naar de nuts stuurt nadat de offerte van de nutsbedrijven is ontvangen.
De gemeente stelt: dat het (eventuele) offertetraject los staat van de VTA en het vaststellen van de DO.

Vraag:
Als de gemeente (na vooroverleg met de nuts) het ontwerp definitief heeft vast gesteld, dienen wij een VTA in bij de nutsbedrijven. Moet de gemeente voorafgaand aan de VTA ook financieel overeenstemming hebben over de verlegkosten?

Onze reactie is:
Het simpele antwoord is nee. Je hoeft niet eerst een offerte te hebben voordat je een VTA stuurt. Maar, helemaal zonder dat je een beeld hebt van de gevolgen van het VTA voor de kabels en leidingen een VTA versturen levert een onzorgvuldig besluit op. Hoe kun je de belangen afwegen als je geen beeld hebt van de impact? Daarvoor is het van belang dat je een beeld hebt van de kosten. Dit kan ook doordat je een inschatting door een specialist hebt laten maken, maar een raming van de netbeheerder is beter. Let op, het hoeft dus geen offerte te zijn; het gaat erom dat je een beeld van de impact hebt.

Noned stelt dat de tijd tussen ontvangst VTA en het daadwerkelijk verleggen minimaal 13 weken is. Geen maximum want dat is projectafhankelijk.
De gemeente stelt dat 13 weken het maximum is. De gemeente moet immers ergens van uit kunnen gaan in de voorbereidingsfase, de planning en doorlooptijd van  een project  kan/mag geen vraagteken meer zijn na indienen VTA. Na de VTA worden immers met andere partijen en stakeholders bindende afspraken gemaakt wat betreft planning.  Als er toch meer voorbereidingstijd nodig is voor de nutsbedrijven dan kan dat in overleg natuurlijk wel (bijv. bij een complex project). Maar die voorbereiding zal dan moeten plaatsvinden in een (voorafgaand aan indienen van de VTA ) gezamenlijk vastgesteld ander maximum aantal weken.

Vraag:
Is de afgesproken tijd tussen VTA indienen en start uitvoering nutsaannemer  een minimum of maximum aantal weken?

Onze reactie is:
Er is geen afgesproken minimum of maximum voor zover wij weten. Een verlegging is ook lastig aan vaste termijnen te hangen. Als een verlegging plaatsvindt door een natuurgebied dan betekent dit een vergunningprocedure van 26 weken. Je kunt dan moeilijk verwachten dat er in strijd met de wet wordt aangelegd. Zo kunnen er legio omstandigheden zijn die leiden tot een bepaalde verlegtermijn. Dat is precies ook wat je doet in de voorbereiding van een project. Je treedt vroegtijdig in overleg om de impact en termijnen te inventariseren, want als uit dat overleg komt dat je met een transportleiding zit die 1,5 jaar voorbereiding vergt, dan kun je gaan rekenen. Als het minimum dat ze aangeven 13 weken is, dan is dat vastgesteld aan de hand van omstandigheden en uitgangspunten. Als je die weet, zoals bijvoorbeeld vergunningverlening, dan kun je daar in specifieke situatie op sturen zodat je de planning kan verkorten.
Een maximum is dus niet zomaar te stellen en het opnemen in je voorbereiding van de 13 weken levert m.i. een valse zekerheid op. Beter is om vanaf de ontwerpfase in overleg te zijn met netbeheerders over wat de gevolgen zijn en hoe de planning eruit gaat zien.

Noned stelt dat de kosten engineering door nutsbedrijven worden vergoed door de gemeente.
De gemeente stelt kosten engineering worden alleen vergoed naar rato. Dus een % van het deel van de verlegkosten die voor rekening zijn van de gemeente.

Vraag:
Klopt het dat engineering in rekening gebracht kan worden en zo ja, is eenzelfde  percentage  als het percentage van de  totale verlegkosten dat voor rekening gemeente is, dan de juiste verdeelsleutel?

Onze reactie is:
Als we als uitgangspunt nemen dat de kabels of leidingen die verlegd worden allemaal in openbare gronden van de gemeente liggen, dan geldt de staffel van 15 jaar. De staffel geldt voor alle verlegkosten (materiaal, uit en in bedrijf stellen, ontwerp en begeleiding en uitvoering), dus ook voor engineerskosten.
Als een leiding met zakelijk recht ligt, of in gronden die niet door de gemeente worden beheerd (provinciale grond bijvoorbeeld, of privégronden), dan komen de kosten voor ontwerp en begeleiding en uitvoering voor vergoeding in aanmerking, waardoor op dat moment kosten van engineering dus wel voor vergoeding in aanmerking komen.

De vraag komt voort uit de volgende casus:

Als gemeente draaien wij zelf veel projecten in de stad. Naast deze projecten zijn er uiteraard ook zaken die in de gemeente worden uitgevoerd maar waar de gemeente geen initiatiefnemer of grondeigenaar is. Het gaat dan om bijvoorbeeld inbreidingsplannen die door projectontwikkelaars worden aangepakt en waar dus ook onze netwerkbeheerders mee te maken hebben.

Als gemeente geven wij altijd uitdrukkelijk aan dat we geen opdrachtgever zijn voor het verwijderen of verleggen van K & L. We zijn uiteraard wel betrokken als adviseur bij dergelijke projecten omdat de kennis op dit vlak bij ontwikkelaars nogal eens te wensen over laat.
Ergens in dit proces komt dan ook vergunningverlening aan de orde. Zowel netbeheerders als ontwikkelaars zien natuurlijk graag dat de gemeente een vergunning of instemming afgeeft binnen het projectgebied. De kabel- en leidingscoördinator worstel hier altijd mee, omdat op het moment van het verlenen van de vergunning of instemming de grond vaak niet in eigendom van de gemeente is maar van de ontwikkelaar. Soms is er nog een derde speler in het veld in de vorm van woningbouwverenigingen e.d.
Het is eigenlijk altijd wel zo dat de gemeente in een later stadium eigenaar wordt van de openbare ruimte en in die zin heeft de gemeente uiteraard wel belang bij goede ordening en aanleg. In de beleving van de coördinator kan hij formeel eigenlijk niet eens een vergunning of instemming afgeven in dergelijke situaties.

De gemeente verleent in dit soort gevallen vaak wel de gevraagde zaken om het maar pragmatisch op te lossen, maar er schuilt natuurlijk ook een gevaar in. Als een en ander niet goed wordt aangelegd of zaken veranderen gedurende het proces (het blijven ontwikkelaars) dan volgt er een driehoeks-discussie tussen netbeheerder, ontwikkelaar en gemeente. Dit is al eens voorgekomen bij deze gemeente.

De vraag is:
Hoe is dit formeel geregeld is en zijn er in den lande goede voorbeelden hoe hier praktisch doch zuiver mee om te gaan?

Onze reactie hierop is:
De vraag is hoe de gemeente, als toekomstig eigenaar van de gronden en belanghebbende bij goede orde en aanleg van kabels en leidingen, sturing kan geven aan netbeheerders en projectontwikkelaars bij de aanleg van kabels en leidingen op het moment dat de gemeente nog geen eigenaar van de gronden is.

Deze situatie komt veelvuldig voor en het klopt dat je geen vergunning kunt verlenen als er geen beheergebied is. Daarom moet je kijken naar alternatieven waarmee je hetzelfde doel bereikt. Naast beheer van de grond kun je bijvoorbeeld als eigenaar eisen stellen aan wat er in je grond gebeurt. Als je eigenaar bent van de grond kun je bijvoorbeeld aan de hand van een ligpermissie precies die afspraken maken die ook zouden gelden als er een vergunning wordt afgegeven.

Ben je geen eigenaar? Dan kun je een oplossing zoeken in de verhouding die je hebt met degene die na de werkzaamheden de grond aan de gemeente oplevert. Daarmee sluit je namelijk een overeenkomst. Als onderdeel van de overeenkomst neem je op dat de ontwikkelaar afspraken vastlegt met de netbeheerders en dat doet conform de Nadere regels van de gemeente. De ontwikkelaar wil natuurlijk de openbare ruimte kunnen opleveren aan de gemeente en heeft een belang bij een juiste afwikkeling van zaken.

Dus:
- Zet je eigendomsrecht in om eisen te stellen aan de ligging, overeenkomend met vergunningvoorwaarden
- Maak afspraken met de ontwikkelaar, overeenkomend met vergunningvoorwaarden.

Op het moment dat de grond openbaar wordt kun je de permissies omzetten in vergunningen, waarbij je de liggingsduur (voor je nadeelcompensatieregeling!) gaat laten lopen.

De gemeente is bezig met een grote renovatie van de gemeentelijke zwemaccomodatie. Het is de bedoeling dat bij het complex ongeveer 1300 zonnepanelen worden aangebracht.
Veel van de opgewekte stroom zal voor eigen gebruik zijn maar uiteraard zullen er ook momenten zijn dat er terug geleverd gaat worden aan het net.

Nu zegt netbeheerder Enexis dat door deze plannen ter plekke het elektranet inclusief de bestaande trafo aangepast moeten worden. Een behoorlijke kostenpost.

De vraag is:
Wie zal deze kosten moeten dragen? Is dat de initiatiefnemer voor het aanleggen van de zonnepanelen of heeft de netbeheerder hier ook nog een verplichting?

Onze reactie hierop is:
Door het plaatsen van de 1300 zonnepanelen heeft netbeheerder Enexis aangegeven dat zij het net inclusief de bestaande trafo moeten gaan aanpassen. Enexis beheert het midden- en laagspanningsnet in de provincie Overijssel en daarmee de gemeente. Zij bekleden hiermee een monopolie positie. De regels met betrekking tot netaansluitingen zijn daardoor erg strikt.

De Elektriciteitswet in combinatie met de Tarievencode elektriciteit geeft handvatten. De netbeheerder, in dit geval Enexis, is verplicht om te voorzien in een aansluiting in overeenstemming met de tarieven uit de Tarievencode elektriciteit.

Als het om een standaard aansluiting gaat hanteren zij het eenmalige aansluittarief. Dit tarief bestaat uit een bedrag dat is opgebouwd de volgende drie elementen:

  • een vast bedrag voor de verbreking van het net van de desbetreffende netbeheerder om een fysieke verbinding van de installatie van een aangeslotene met dat net tot stand te brengen (de knip)
  • een vast bedrag voor het installeren van voorzieningen om het net van de desbetreffende netbeheerder te beveiligen en beveiligd te houden (de beveiliging)
  • een vast bedrag voor het tot stand brengen van een verbinding met een maximale kabellengte van 25 meter tussen de plaats waar het net verbroken is en de voorzieningen om het net te beveiligen (de verbinding), aangevuld met een bedrag per meter voor elke meter meer dan die 25 meter.

Mocht de aansluiting geen standaardaansluiting zijn, gelden er andere tarieven. Je moet hierbij denken aan de volgende aansluitingen:

  • aansluitingen met een aansluitcapaciteit van meer dan 10 MVA
  • aansluitingen met een aansluitcapaciteit van meer dan 1 MVA en waarbij de aangeslotene de netbeheerder heeft verzocht om van de standaardaansluiting af te wijken
  • tijdelijke aansluitingen zoals bouwaansluitingen en aansluitingen voor kermissen en andere kortstondige evenementen

Op basis van de aangevraagde aansluiting kun je in de Tarievencode elektriciteit zien wat de kosten zijn. Wij weten op dit moment niet precies voor wat voor een aansluiting de aanvraag gedaan is. Gewoonlijk vallen netverzwaringen en andere aanpassingen aan het net van de netbeheerder niet onder kosten die in rekening gebracht kunnen worden bij de aanvrager.

Wil je dat wij dit voor je uitzoeken, wil je dit dan aan ons laten weten?

Tenslotte willen we nog meegeven dat de standaard aansluiting binnen een redelijke termijn moet worden gerealiseerd. Dit betekent binnen 18 weken nadat het verzoek om een aansluiting bij de netbeheerder is ingediend.

De gemeente maakt sinds 20017 gebruik van een nieuwe schadevergoedingsregeling. Na een gewenningsperiode bij met zowel onze eigen organisatie als onze nutspartners lijkt een en ander nu goed te werken. Ze komen er echter in toenemende mate achter dat Vitens heel slecht meedenkt in hun projecten. Stokoude waterleidingen worden in de projecten niet aangepakt waardoor deze in een later stadium veel lekkage veroorzaken. Oude (BB) leidingen  worden niet gerooid ondanks dat er in de vergunning aangegeven staat dat men dit wel gaat doen. Motivatie om niet te rooien is dan vaak: kan er niet bijkomen maar ook soms ronduit geen tijd of geen aannemer ter beschikking. Ondanks dat er op voorhand planningen worden overlegd waaraan iedereen zich conformeert.

Het lijkt er op dat de boel getraineerd wordt omdat men donders goed weet dat de pijn vaak bij het project terecht komt. Er zijn dus op dit moment eigenlijk 2 zaken aan de orde:

  •  In hoeverre kan de gemeente Vitens aan de gemaakte afspraken in de vergunning houden? Het lijkt makkelijk, maar doordat een en ander veel  vertraging op loopt weten ze donders goed dat de gemeente omwille van tijd wellicht bakzeil haalt. Zijn hier voorbeelden van in den lande?
  •  Op welke manier kan de gemeente Vitens zover krijgen dat ze stokoude leidingen toch gaan vervangen in de projecten? Nieuw beleid schijnt nu te zijn; als er een restlevensduur van 10 jaar of langer is wordt een leiding niet vervangen. Hoe kunnen we als gemeente borgen dat schade die hieruit voortvloeit op Vitens verhaald kan worden? In onze beleving hebben we het eigenlijk over onbehoorlijk beheer.

Onze reactie is:

De kwestie die de gemeente aanhaalt, komt helaas vaak voor. Er valt zeker iets tegen te doen.

  1.  In hoeverre kan de gemeente Vitens aan de gemaakte afspraken in de vergunning houden? Het lijkt makkelijk maar doordat een en ander veel  vertraging op loopt weten ze donders goed dat de gemeente omwille van tijd wellicht bakzeil haalt. Zijn hier voorbeelden van in den lande?

Het is belangrijk om het verwijderen van netten onderdeel te laten uitmaken van de primaire werkzaamheden. Je zult in gedachte moeten houden dat het niet het belang van Vitens is dat die leidingen eruit gaan. Het kost ze zelfs geld, dus ze staan er niet om te springen. Dit betekent dat je het belang hoger op de agenda binnen een project zal moeten plaatsen, als onderdeel van jullie eigen belang.

In zowel het geval dat je een VTA hebt gestuurd als het geval dat je een vergunning verleend hebt als Vitens (of een ander) zelf leidingen vervangt, kun je handhavend optreden tegen het niet nakomen van die besluiten. Handhaven kan alleen als het ook uitvoerbaar is uiteraard. Als je als project voldoende tijd gunt om werkzaamheden uit te voeren aan kabels en leidingen en je merkt dat er zaken niet gebeuren, dan zou je kunnen overwegen om de netbeheerder te gaan opvoeden. Dit kun je doen door een vooraankondiging te doen (briefje) met een herstelsanctie erin opgenomen. Aan een herstelsanctie kun je gevolgen verbinden, zoals een boete voor elke dag dat het langer duurt of je kunt besluiten zelf de leiding te verwijderen, op kosten van de netbeheerder.

2. Op welke manier kunnen we Vitens zover krijgen dat ze stokoude leidingen toch gaan vervangen in de projecten? Nieuw beleid schijnt nu te zijn; als er een restlevensduur van 10 jaar of langer is wordt een leiding niet vervangen. Hoe kan de gemeente borgen dat schade die hieruit voortvloeit op Vitens verhaald kan worden? In onze beleving hebben we het eigenlijk over onbehoorlijk beheer.

Wat vrij lastig gaat, is oordelen over het vervangingsbeleid van een netbeheerder. Als gemeente kan je afwegingen maken die bij jouw verantwoordelijkheid behoren, zoals ruimtelijke ordening, openbare orde en veiligheid. Een netbeheerder is wel gewoon aansprakelijk voor zijn net (risicoaansprakelijkheid 6:174 van het Burgerlijk Wetboek). Als gemeente zou je aan Vitens kunnen voorleggen dat het wat jullie betreft verstandig is om de leiding te vernieuwen (als je dit in een heel vroeg stadium, dus nog voordat je project start, al met elkaar bespreekt kun je wellicht de planningen nog net wat dichter naar elkaar schuiven). Je kunt ze netjes waarschuwen dat de weg straks nieuw zal zijn en dus een grotere waarde zal vertegenwoordigen op het moment dat de leiding gaat storen en voor schade gaat zorgen. Als zij het risico op hogere herstelkosten voor lief nemen dan is dat hun bedrijfsrisico.

Onder aan de streep is er dus veel mogelijk, maar dat betekent dat je het handhavingsinstrument goed moet gaan inrichten en consequent inzetten.

Technisch/procedureel bestaan er richtlijnen als de NEN 7171-1 en NPR 7171-2, waarbij beïnvloeding natuurlijk een belangrijk onderdeel uitmaakt van de ligging. Als het gaat om hoge druk dan komt het Besluit externe veiligheid buisleidingen om de hoek kijken en zal er in het bestemmingsplan rekening mee gehouden moeten worden door middel van vrije zones (groepsgebonden en plaatsgebonden risico). Je hebt voor leidingen in waterkeringen de NEN 3651. Juridisch gezien is er geen regel die bepaalt of een particuliere gasleiding wel of niet in openbare grond kan liggen, of mag liggen. Dat bepaal je als beheerder/eigenaar zelf. Wij kunnen ons voorstellen dat je er wel een andere vergunning voor verleent (eentje die nadeelcompensatie uitsluit als de leiding niet als NUTS wordt aangelegd) en qua openbare orde/veiligheid is het belangrijk dat de particuliere eigenaar de ligging borgt – daar dus expliciet op gewezen wordt – en laat zien dat hij snapt wat ligging in de openbare ruimte betekent qua verantwoordelijkheid.

Het antwoord is nogal afhankelijk van wat er allemaal gebeurt en op initiatief van wie. Verjongen van het winkelcentrum houdt vast niet op bij het verleggen van kabels en leidingen, dus zaken als oorzaak en causaal verband gaan hier een rol spelen (welke werkzaamheden zorgen er allemaal voor dat straatmeubilair verplaatst wordt en dat de markt er niet plaats kan vinden). Bij verjonging van een winkelcentrum gaat er daarnaast nog een publiek/privaat handelen oranje lampje branden bij ons. Wie is initiatiefnemer (wie zijn) en is het wel redelijk om alles via het intrekken van een vergunning te laten lopen (en dus voor rekening van een netbeheerder). Een juridisch sluitend antwoord is afhankelijk van veel omstandigheden zoals je ziet. Als dit nodig is dan kunnen we daar in adviseren, maar dan moeten we gaan zitten voor alle ins en outs. Uit de losse pols: kosten voor verplaatsing van straatmeubilair kan ons inziens op zich best onder verlegkosten worden geschaard onder omstandigheden. De verplaatsing van een markt lijkt ons te ver verwijderd van directe verlegkosten. Maar dit antwoord is niet zomaar toepasbaar zonder volledig beeld.